zondag 1 december 2019

Aan de mens


AAN DE MENS
 
Boom, je stam was koud en bloot
in de winter leek je dood.
Komt de zomer vuur en vlam
bloeien rozen aan je stam.

Mens wat ben je dood en koud
als je niet van mensen houdt.
Zonder liefde vlam en vuur
is je leven kort van duur.

Zonder lachen licht en lied
zonder liefde gaat het niet.
Mensen leef toch en godweet
vind je liefde bij de vleet.

(Huub Oosterhuis)

Vandaag begint de tijd van Advent, een voorbereidingstijd op weg naar Kerstmis.
Er worden thuis kaarsjes ontstoken. De straten zijn al vol lichtjes. Kerstmarkten nodigen uit om in de ‘kerstsfeer’ te komen.
Allemaal uitingen van ons verlangen naar licht en naar gelukkig leven.
En dat geluk, dat echte léven ligt niet zozeer in materiële dingen. Het is veel meer het ervaren van ergens bij horen, een thuis hebben, geborgenheid.
Ik vind dit verlangen naar leven terug in de woorden van Huub Oosterhuis.
Mens wat ben je dood en koud
als je niet van mensen houdt.
Zonder liefde vlam en vuur
is je leven kort van duur.
Het zijn confronterende woorden, die van alles in ons kunnen oproepen: pijn en woede, onmacht en verdriet, maar vooral ook herkenning en ons diepe verlangen naar verbondenheid.
De woorden nodigen ons uit om van mensen te houden, want:
Zonder lachen licht en lied
zonder liefde gaat het niet.
Dit is voor mij een krachtige uitnodiging op weg naar Kerstmis. Van mensen (leren) houden die ik ontmoet op mijn dagelijkse weg. Hoe doe ik dat? Oog hebben voor de mens die ik ontmoet. Zien waar een goed woord nodig is, een glimlach, een steuntje in de rug, een luisterend oor. Tijd voor het verhaal van de ander. Proberen meer om mezelf te glimlachen. Een lichtje ontsteken in momenten van somberheid – en vooral een lichtje zijn voor mijn medemens door niet altijd  maar te klagen over hoe slecht het toch gaat met onze wereld.
Mensen leef toch en godweet
vind je liefde bij de vleet.
Als we dan het feest van  Kerstmis hebben bereikt zullen we verbaasd zijn te ontdekken hoeveel liefde er in ons is en hoeveel ons geschónken wordt!
Liefde bij de vleet …
Ik wens u én mijzelf toe, dat deze tijd van Advent, van verwachting van het ware Leven,  een tijd mag zijn om ons te oefenen. Om minder gericht zijn op wat we zelf nodig hebben  en veel ruimte in ons te maken om de mens naast ons  léven te geven, misschien juist in zijn of haar anders-zijn.
Dan wordt  de weg die wij gaan steeds meer een weg van licht en leven.
Zo wens ik ons allen een gezegende tijd van Advent.